top of page

OVER DE MINIATURE AMERICAN SHEPHERD

De geschiedenis van de Miniature American Shepherd

De Miniature American Shepherd (afgekort MAS) werd eind jaren zestig voor het eerst gefokt in Californië. Er werd gefokt met kleine, niet-geregistreerde honden waarvan werd gedacht dat het Australische Shepherds waren. Deze honden werden gefokt met het doel hun kleine formaat, actief karakter en intelligentie te behouden.

Het ras werd voor het eerst geregistreerd bij de National Stock Dog Registry in 1980 en heette oorspronkelijk de Miniature Australian Shepherd. Tegen het begin van de jaren negentig hadden ze landelijke populariteit bereikt. De eerste rasvereniging en stamboekhouding, MASCUSA, werd opgericht in 1990 en operationeel in 1993.

Het ras trad in mei 2011 toe tot de AKC Foundation Stock Service als de Miniature American Shepherd. De Miniature American Shepherd Club of the USA (MASCUSA) is de aangewezen nationale ouderclub van de American Kennel Club.

 

Het ras wordt met name gebruikt voor het hoeden van kleinere dieren zoals schapen en geiten, hoewel ze ook grotere dieren zoals koeien kunnen hoeden. Het is een ras met een unieke identiteit - een opvallende, veelzijdige kleine herdershond, zowel thuis op een ranch als in de stad.

Voorkomen

De MAS heeft een dubbele vacht, met een wollige, dikke ondervacht en een bovenvacht die bestaat uit lang, recht haar.  De vachtkleur is hetzelfde als bij de Australian Sheperd: blue merle, red merle, black, red. Allemaal met of zonder koper en witte aftekening. Het haar rond de ogen en oren mag niet wit zijn. Het haar op het hoofd , voorkant van de voorpoten en buiten de oren is korter dan de rest van de vacht. Het haar bij de achterpoten en rond de nek is vol, de MAS heeft een broek en een kraag.

Bij de MAS komen er verschillende staart-lengten voor: sommige worden geboren met een volledige staart, sommigen zonder staart en anderen weer met een halve staart ( of ergens tussenin).

De ogen kunnen een combinatie zijn van bruin, amber, hazelnoot, blauw en marbeled.

 

De grootte van de MAS varieert van 33 tot 43 centimeter voor een teef en van 36 tot 46 centimeter voor een reu. De levensverwachting is 12-13 jaar.

 

Temperament

De Mini-Aussie is een makkelijk te trainen hond, echter hun intelligentie en drive maken dat de hond consequente gehoorzaamheidstraining moet krijgen en genoeg interessante activiteiten kan ontplooien. Wanneer ze goed gesocialiseerd worden zullen ze in veel omgevingen op hun gemak zijn, mits er genoeg ruimte is om hun energie kwijt te kunnen. Zonder dat kunnen ze nerveus en destructief worden.

 

Het is van nature een sociale hond die erg gehecht raakt aan zijn  baas. Soms kan dat leiden tot verlatingsangst zonder voldoende training. Mini-Aussies kunnen prima binnen een gezin leven, maar met hun energie en drijflust moet je ze in  de gaten houden bij andere huisdieren en kinderen. Het is belangrijk de hond consequent te leren dat het drijven van mensen niet is toegestaan.

 

Ze zijn uitermate geschikt als huishond, mits je ze een consequente opvoeding, voldoende uitdaging en beweging geeft.

 

Gezondheid

Binnen de MAS zijn er diverse gezondheidsproblemen bekend, waaronder HD en epilepsie. Wij testen onze honden daarom uitgebreid op de volgende afwijkingen:

Röntgen / dierenarts

- Heupdysplasie (ontwikkelingsstoornis aan de heupen waarbij slijtage aan de heupgewrichten optreedt)

- Elleboogdysplasie (verzamelnaam voor vier veelvoorkomende elleboogaandoeningen bij honden: LPCM, LPA, OCD en incongruentie)

- Patella Luxatie (aandoening waarbij een knieschijf (patella) los zit)

DNA

- CDDY with IVDD, CDPA (voortijdige verkalking van de kraakbeenschijven die wervels verbinden en fungeren als schokdemper in de wervelkolom)

- Collie Eye Anomaly (CEA, hierbij ontwikkelt het vaatvlies niet goed waardoor deze dunner is dan normaal)

- Cone Degeneration (CD, gevoeligheid voor licht / blindheid bij fel licht)

- Degenerative Myelopathy (DM, neurologische afwijking)

- Hereditary Cataracts (HSF4, erfelijke staar)

- Hyperuricosuria (HUU, vatbaar voor een verhoogd zuurlevel in de urine)

- Intestinal Cobalamin Malabsorption (IGS, aangetaste honden zijn niet in staat voldoende hoeveelheden aan te maken van een eiwit dat een rol speelt bij de opname van bepaalde voedingsstoffen uit het darmkanaal en de nieren, waaronder de vitamine B, cobalamine)

- Multidrug Resistance 1 (MDR1, overgevoeligheid voor diverse medicatie, narcose etc. Risico om neurologische symptomen te ontwikkelen die kunnen variëren van tremoren, overmatige speekselvloed, anorexia en blindheid tot coma en zelfs de dood). Ook bij dragers is voorzichtigheid geboden!

- Multifocal Retinopathy 1 (CMR1, meerdere afzonderlijke cirkelvormige gebieden van netvliesloslating met onderliggende vochtophoping)

- Neuronal Ceroid Lipofuscinosis 6 & 8 (NCL6 & NCL8, lysosomale stapelingsziekte. Aangetaste honden missen een specifiek enzym dat nodig is voor een normaal metabolisme. Als gevolg hiervan is er een abnormale ophoping van afvalstoffen, voornamelijk in de cellen van het zenuwstelsel, wat leidt tot een reeks aandoeningen van het zenuwstelsel).

- Progressive Retinal Atrophy, Progressive Rod-Cone Degeneration (pra-prcd, degeneratie van zowel staaf- als kegeltype fotoreceptorcellen van het netvlies, die belangrijk zijn voor het zicht bij respectievelijk weinig en fel licht).

Let op: dragers mogen ingezet worden voor de fok i.c.m. een vrije hond. Zij vertonen zelf geen ziekteverschijnselen. Enkel MDR1 dragers dienen op dezelfde wijze behandeld te worden als MDR1 lijders.

farbe.jpg
bottom of page